De taal die de fotograaf spreekt ‘licht’.
Licht is ontzettend belangrijk voor een fotograaf. Sterker nog…zonder licht ontstaat er geen foto. Het woord fotografie is afkomstig van de Griekse termen ‘licht’ (phos) en ‘schrijven’ (graphein). Letterlijk betekent fotografie dan ‘schrijven met licht.
Prachtig toch, dat de Grieken al wisten dat ze konden schrijven met licht. Toch werd begin jaren 1800 de eerste echte foto’s pas gemaakt, voordien waren dit schilderijen, tekeningen of schetsen.
Sinds het digitale tijdperk en het ontstaan van de smartphone zijn we allemaal onbewust meer bezig met fotograferen en meteen ook met licht. Laat het licht nooit meer verkeerd staan en zet het om in prachtige foto’s.
Het grootste verschil in belichting
Natuurlijk licht of kunstlicht
Natuurlijk licht of daglicht is het dat je gratis krijgt van de natuur. Je hoeft hier niets voor te doen enkel wachten tot de zon opkomt. Tijdens de nacht kan je soms genieten van het licht dat de maan laat stralen. Het grote voordeel van natuurlijk licht is dat de lichtkwaliteit altijd zeer goed is. Hoeveel daglicht je krijgt hangt af van de seizoenen.
Wolkeloze dagen brengen je automatisch meer daglicht dan regenachtige dagen. Tijdens zonovergoten dagen zet je vast een zonnebril op omdat er zoveel daglicht binnenkomt. Je fototoestel kan je die dagen voorzien van een aangepaste filter.
Kunstlicht is een heel ander verhaal. De intensiteit van het licht wordt bepaald door het vermogen van de lamp. Dit wordt gecombineerd met de kleur van het licht dat die lamp laat stralen. Kijk maar eens rond, de ene lamp zal meer wit licht laten schijnen, een andere geel, nog een andere weer blauw of rood. Dit verschil in kleur kan je aanpassen in de witbalans van je fototoestel.
Lichtkwaliteit
Kunstlicht kan je controleren in de hard- of zachtheid van het licht. Bij natuurlijk licht is dat natuurlijk helemaal anders. De natuur bepaalt dan of je hard of zacht licht krijgt. Denk hierbij aan de sterke zomerzon waarbij je maar al te graag je zonnebril opzet omdat de zon zo fel schijnt en daardoor het licht hard is.
Tijdens de wintermaanden krijg je veel meer zacht licht. De zon staat dan verder van de aarde en zal je veel zachter licht bezorgen. In de zomer zal het bladerdek en een klein wolkje de sterke zonnestralen tegenhouden, terwijl in de winterse periode de gevallen bladeren het zonnetje doorlaten tot op de grond.
Het gouden of blauwe uurtje
Het uur waar natuurfotografen zo dol op zijn. In de praktijk is het niet eens een volledig uur dat je krijgt om die prachtige zonsopgang of zonsondergang te fotograferen, afhankelijk van het seizoen is het meer een half uurtje of 3 kwartiertjes.
Tijdens dit magische uurtje krijg je prachtige kleurschakeringen in de lucht. Soms lijkt de lucht wel goud te kleuren, een beetje later kan de lucht donkerblauw kleuren, deze momenten vertalen zich in het gouden uurtje en het blauwe uurtje. Hoeveel goud, rood of blauw je te zien krijgt is afhankelijk van het seizoen.

De verschillende soorten belichting
Het zonlicht komt niet altijd van dezelfde richting en deze richtingen krijgen ook hun eigen naam mee. Laat het we het makkelijk maken, ze termen spreken voor zich.
Meelicht
Als fotograaf sta je met je rug naar de zon en je kijkt in dezelfde richting als de zon schijnt. Je onderwerp zal aan de voorzijde belicht worden. Maak van de zon gebruik om je onderwerp extra in de verf te zetten.
Hieronder : met je rug naar de zon fotograferen levert vooral bij riet prachtige kleuren op. De zon maakt er ‘gouden’ riet van.

Tegenlicht
De zon schijnt op je gelaat en je kijkt letterlijk tegen het licht in. Je onderwerp zal aan de achterzijde belicht worden en de voorzijde zet je in de schaduw. Op deze manier kan je prachtige foto’s maken van silhouetten.
Bij deze methode kan het zijn dat je onderwerp veel details verliest. De voorzijde van je onderwerp belandt immers in het donkere gedeelte.
Schaduw
Dagen dat de zon verstopt zit achter een grijs wolkendek en alles valt plots in de schaduw. Helemaal niets wordt uitgelicht. Voor extra uitlichting kan je gebruik maken van studioverlichting, een zaklamp of het lichtje van je smartphone.
Zijlicht of strijklicht
Je onderwerp wordt langs de zijkant belicht. Je hebt dan een zijde die wordt uitgelicht, de andere zijde valt in de schaduw. Zijlicht kan ook een beetje gedraaid staan, meestal staat het niet haaks op je onderwerp. Het zal zo de levendigheid in je foto verhogen.
Strijklicht is hier een variante op. Voornamelijk in landschappen wanneer het net donker of licht wordt krijg je veel mooie strijklichten. Bij de lage stand van de zon krijg je lage zonlichten die een spel van strijklicht kunnen bezorgen. Met strijklicht worden details mooier weergegeven en kunnen de wolken als eens een keertje aan de onderzijde belicht worden.
Hieronder dezelfde bomenrij maar langs een andere zijde gefotografeerd. Bij de ene bomenrij vallen de bomen in de schaduw en ligt het focuspunt op het einde van de bomenrij, je wordt letterlijk meteen in deze foto gezogen. Bij de andere foto verlicht het zonlicht de bomen en dat is je eerste aantrekkingspunt, op de twee plaats komt het einde van de bomenrij die je ontdekt.


Omgevingslicht
Niet direct zonlicht maar eerder het licht dat door vensters binnen valt wordt omgevingslicht genoemd. Vaak wordt dit daglicht gecombineerd mat kunstlicht. Voornamelijk als je in woningen of gebouwen fotografeert zal je natuurlijk licht en daglicht moeten combineren.
