Wat betekent sluitertijd?
De sluitertijd wordt ook wel eens de belichtingstijd genoemd. Het is de tijd dat het licht op je sensor van je camera valt. Tijdens deze tijd wordt het beeld of foto gevormd in je fototoestel. In de praktijk varieert deze belichtings- of sluitertijd van een fractie van een seconde tot soms enkele minuten.
Je kan het vergelijken met de snelheid van een deur die open en dicht gaat. Je kan de deur héél traag openen of net héél snel. Met een extra zetje van de wind kan die deur ook vliegensvlug dichtgaan.
Waarvoor gebruik je de sluitertijd?
Bij sluitertijd kies je of je onderwerp scherp of niet scherp wordt afgebeeld. Vooral bij bewegende voorwerpen heeft de sluitertijd veel effect. Bij het fotograferen van een bewegend onderwerp en het gebruik van een snelle sluitertijd ga je veel meer details kunnen waarnemen als bij een lange sluitertijd. Heb je een te lange sluitertijd ingesteld bij het nemen van je foto, is je foto wellicht helemaal niet scherp en heeft weinig details, we spreken dan van bewegingsonscherpte.
Door het instellen van een snelle sluitertijd bij het fotograferen van een bewegend voorwerp ga je het beeld ‘bevriezen’. Op dit soort foto’s zie je alles scherp en kun je veel details waarnemen.
Bij stilstaande beelden kan je een langere sluitertijd toepassen. Je onderwerp gaat niet lopen en je kan makkelijk de tijd nemen om alle instellingen juist te zetten. Lange sluitertijden vragen het gebruik van een statief, je toestel enkele seconden roerloos stilhouden is onmogelijk.
Fotografeer je buiten, hou dan rekening met de factor wind. Die mooie bloem kan plots beginnen bewegen door een zuchtje wind. Train jezelf een vaste hand zodat je ook tijdens die leuke wandeling, bloemen en planten kan fotograferen met een iets langere sluitertijd. Dieren, vogels en ander wildlife kunnen er vliegensvlug vandoor gaan, neem bij deze maar die snelle sluitertijd.
Het getal van de sluitertijd
Het getal van de sluitertijd wordt uitgedrukt in seconden. Afhankelijk van je fotocamera kan die sluitertijd die beschikbaar is op je fototoestel variëren. Een lange sluitertijd wordt voorgesteld door een getal en de aanduiding van seconden, een voorbeeld 2″, dat betekent dat de sluitertijd 2 seconden bedraagt.
Een snelle sluitertijd wordt weergegeven door een breuk. Voorbeeld 1/2000, dat betekent dat op een 2000e van een seconde een foto wordt gemaakt.
Sluitertijd in de praktijk
Een regel die je kan toepassen is het getal 1 delen door de brandpuntsafstand die je gebruikt. De regel wordt veel gebruikt om je sluitertijd te bepalen. Uit de hand fotograferen doe je beter niet met een sluitertijd die langer is dan 1/60. Met een windstille dag en een muurtje of extra steun in de buurt kan je proberen om nog een iets langere sluitertijd in te stellen.
Sluitertijd of belichtingstijd = 1/ brandpuntsafstand
Kom je uit op een sluitertijd van 1/80, dan neem je de dichtstbijzijnde sluitertijd die beschikbaar op je fototoestel
Voor mezelf fotografeer ik met mijn 50 mm lens nooit zonder statief. Deze lens gebruik ik bij het fotograferen van landschappen waar een langere sluitertijd mooiere beelden oplevert.
Onderstaand voorbeeld is een Playmobilspeelgoedje. Het voorste wiel staat altijd stil, het achterste draait. Het verschil is duidelijk merkbaar. Bij de sluitertijd 1/1000 zie je het wiel heel duidelijk. Bij een sluitertijd van 1/30 zie je de wielspaken niet meer.




Beweging of geen beweging
Met de sluitertijd kan je bepalen of je veel of weinig details van bewegende voorwerpen in je foto ziet. Zowel het ene als het andere kan een mooie foto opleveren. Laat je dus niet tegenhouden om met de verschillende sluitertijden te experimenteren en zo je eigen stijl te vinden als fotograaf.
Hieronder een voorbeeld wat het effect is bij een draaiend wiel.
Meedraaien met bewegende onderwerpen
Fietsers, motorrijders, ruiters te paard, allen zijn het bewegende voorwerpen. Het leuke is dat je bij het meegaan met je fototoestel een wazige streepachtige achtergrond kan creëren. Vraag een vriend of familielid om wat heen en weer te rijden met de fiets en met verschillende snelheden. Zo weet je meteen welk effect je krijgt.
Zijdezachte watervallen
Veel natuurfotografen zijn gek op het fotograferen van watervallen. Yep, ik hoor ook tot deze groep. Het lastige is dat ze meestal verscholen liggen tussen het groen. Je zal wellicht stevige wandelschoenen of laarzen aan moeten trekken en een poosje door het bos wandelen om op je wenken bediend te worden.
Neem de moeite om je statief mee te nemen, zodat je langere sluitertijden kan instellen…want dat is het geheim om dat zijdezachte gevoel van die waterval in je foto te krijgen.
Interessante artikels voor jou!


